474 30 JUNI 1927 Afwezig de heeren Mr. E. L. M. H. Baron SPEYART VAN WOERDEN en Jhr. Mr. L. J. M. VAN SASSE VAN YSSELT. Voorzitter: de heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS- BEECK, Burgemeester. Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van de heeren Speyart van W oerden en Van Sasse van Ysselt bericht is ingekomen, dat zij ver hinderd zijn, deze vergadering bij te wonen, de eerste wegens verblijf in het buitenland, de laatste wegens ambtsbezigheden. Vervolgens zegt de VOORZITTER, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 24, 25, 26 en 28 Februari 1927, van 11 Maart en van 7 April 1927, over eenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van 24, 25, 26 en 28 Fe bruari j.l. waarin de begrooting is behandeld De heer PELSTER zegt, dat op blz. 126 inden tweeden regel van onder, het woord „plan" moet vervallen. De heer VAN VEEN wenscht op blz. 145 den zin welke bij den tienden regel van onder aanvangt te schrappen, en in de plaats daarvan achter het woord „bestaat" in te voegen, den zin „Ook heeft Spr. den indruk gekregen, dat bij de toekenning der verhooging van f 500,op f 1000,het den Raad is ontgaan dat de gronden, genaamd „de Lage Heide" door de gemeente Breda bij de oorspronkelijke overeenkomst voor een appel en een ei aan het Rijk zijn afgestaan en wel ontgaan, omdat van eene her-taxatie niet werd gesproken".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 474