482
30 JUNI 1927
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen
te machtigen tot tijdelijke aanstelling van een civiel-ingenieur
bij den dienst der Openbare Werken.
De heer VAN VEEN zegt, dat bij de behandeling der
gemeentebegrooting Burgemeester en Wethouders hebben
toegezegd, om te komen met een plan van werken. Op het
oogenblik is echter aan die toezegging nog niet voldaan. Nu
komen Burgemeester en Wethouders met het voorstel om
een ambtenaar in tijdelijken dienst te benoemen, die belast
zal worden met de voorbereiding van verschillende werk
zaamheden. Als motieven worden daarvoor aangevoerd, de
verbreeding der brug aan het Van Coothplein en van de
Haagbrug, het abattoirplan, de verandering van het Stations
plein met een nieuwen politiepost, de rioleering en bestrating
van wegen aan den Vestkant en de verbouwing van het
gemeente-ziekenhuis. De verbreeding der Haagbrug staat
echter volgens Spr. reeds in groote lijnen vastde verbree
ding van de brug aan het Van Coothplein kan door de
tegenwoordige ambtenaren voorbereid worden. Meerdere
andere werkzaamheden kunnen volgens Spr. door dit perso
neel gedaan worden. Persoonlijk staat Spr. niet vijandig
tegenover deze benoeming. Laten echter Burgemeester en
Wethouders eerst komen met een vast plan van de uit te
voeren werken, opdat de Raad kan beoordeelen, of deze
noodig zijn.
De heer HORNIX merkt op, dat hij met den heer Van
Veen niet kan meegaan. Juist voor het door deze ge
vraagd plan is een speciaal ambtenaar noodig. De Bouw
commissie is van hetzelfde gevoelen. Spr. juicht, ook als lid
dier commissie, dit plan toe.
De heer KOOPERBERG is evenals de heer H o r n i x,
ook als lid der Bouwcommissie, voor dit voorstel en zal het
daarom gaarne steunen.