484 30 JUNI 1927 den heer P e 1 s t e r dat Spr. straks verzuimd heeft het algemeen rioleeringsplan te noemen, is erg voorbarig. Spr. s heeft daarvan opzettelijk niets gezegd, omdat eerst het uit- a breidingsplan moet vaststaan, vooraleer van een rioleeringsplan j sprake kan zijn. Heeft men eenmaal een goed uitbreidingsplan dan is het rioleeringsplan niet zoo ingewikkeld meer Spr. acht dan ook voor de gewone werken in het voorstel v genoemd, de aanstelling van een civiel-ingenieur niet nood zakelijk. In beginsel is Spr. niet tegen een dergelijken functionaris, maar op het oogenblik bestaat er geen behoefte aan. Mogelijk zal er een tijd komen dat een civiel-ingenieur o niet gemist kan worden en dan zal Spr. zich er niet tegen L verzetten, mits men daarvoor behoorlijke motieven aanvoert. s< De heer PELSTER gunt den heer Van Veen gaarne zijn meening. Spr. wil echter daartegenover zetten, de meening u van den directeur van Openbare Werken, die beter dan de b heer Van Veen kan beoordeelen, of de aanstelling van g een civiel ingenieur noodig is. Ook de bouwcommissie stemt E in met deze aanstelling. De directeur heeft reeds lang een o rioleeringsplan willen maken, maar hem ontbreekt de tijd n daartoe. Dit plan nu kan allereerst door den aan te stellen h ingenieur in bewerking worden genomen. s< V Zonder verdere bedenkingen wordt daarop n conform het voorstel van Burgemeester en Wet- n houders besloten. a v De heer VAN VEEN wenscht aanteekening in de notulen, g dat hij tegen dit voorstel is. E Él e 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toe- 1 kenning van vergoedingen aan verschillende bijzondere fc schoolbesturen voor het geven van vakonderwijs. g g Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende wordt conform dit voorstel besloten. j: Ol

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 484