488 30 JUNI 1927 tusschen het gemeentebestuur en de schoolbesturen de over gelegde stukken duiden daarop. Indien men niet voldoende gelegenheid heeft gehad om de stukken door te lezen, dan is er geen bezwaar dit punt aan te houden. Spr. blijft echter van meening, dat dit onderwerp niet geschikt is voor een raadscommissie. Een dergelijke commissie zou tot taak hebben te adviseeren op het prae-advies van Burgemeester en Wet houders. Het onderzoek van de gemeenterekening kan men gemakkelijker aan, omdat dit als een meer machinaal werk is te beschouwen. De in te stellen commissie zal zich echter moeten verdiepen in staatscommissiewerkzaamheden, daar het blijkbaar in de bedoeling ligt haar op te dragen om te onderzoeken, of de wet goed is geïnterpreteerd en of de wet voldoet. De heer COHEN zou het voorstel Van Werkhooven in stemming willen brengen om de debatten te bekorten. De VOORZITTER wil dan liever dit punt aanhouden tot een volgende vergadering. De heer VanWerkhooven heeft dan gelegenheid om de taak der commissie nader te omschrijven. De heer VAN WERKHOOVEN meent, dat het op den weg van den Raad ligt, deze taak te omschrijven. De VOORZITTER wijst nogmaals op de technische taak dier commissie. De heer VAN WERKHOOVEN zegt dan, dat in Arnhem b.v. een schoolbestuur f 52,— inrekening had gebracht voor koekjes. Spr.hoopt niet, dat hier zulke dwaze dingen zijn gebeurd en indien wel, dat die posten door Burgemeester en Wethouders zijn geschrapt. Niettemin kan het aanbeve ling verdienen, om voor dergelijke posten een commissie te benoemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 488