30 JUNI 1927 489 De VOORZITTER zou niet graag den indruk wekken, dat hij uit vrees door de uitkomst van het onderzoek tegen de instelling van een raadscommissie is, vooral niet nu de heer Van Werkhooven begint te praten van koekjes e.d. Integendeel staat Spr. er thans op, nu dit element in het debat is gebracht, dat een dergelijke commissie wordt ingesteld doch met een omschreven taak. De heer APPELBOOM begrijpt niet, dat over dit punt een uitgebreid debat is gevoerd. De gemeente-rekening wordt eveneens door een commissie onderzochtde Raad stelt ze daarna voorloopig vast en de Gedeputeerde Staten definitief. De commissie, welke thans wordt voorgesteld, heeft tot taak om te onderzoeken, of het voorstel van Burgemeester en Wethouders al dan niet gewijzigd kan worden aangenomen De heer HAALMAN gelooft, dat eenig misverstand be staat omtrent de taak der commissie. Naar Spr,'s meening behoort de commissie te onderzoeken, of de bepalingen van de L. O. wet 1920 ten opzichte van de bijzondere school besturen goed zijn toegepast. Spr. juicht de instelling van een dergelijke commissie toe. De VOORZITTER: Dus de commissie zal trachten te onderzoeken, of de wet goed is toegepast. Zij zal zich ont houden van beschouwingen en adviezen over hetgeen in de wet onvoldoende wordt geacht en waarin de gemeente wel licht aanvullend zou kunnen optreden. De VOORZITTER schorst daarop de openbare verga dering, opdat de leden zich kunnen beraden omtrent de keuze van de commissieleden. Na heropening van de openbare vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde de benoeming van de commis sieleden. Wordt overgegaan tot stemming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 489