4 FEBRUARI 1927.
49
èn aflossing. De rente is echter al wel degelijk in den staat
van baten en lasten verwerkt. Het kan dus alleen nog maar
gaan over de aflossing. Gaat men daarvoor subsidie-verhoo
ging geven, dan is het inderdaad zooals de heer Korteweg
heeft gezegdde gemeente zou dan eigenlijk het gebouw
betalen. Spr. blijft dan ook bij zijn meening, dat subsidie-
verhooging absoluut onnoodig is.
De heer APPELBOOM zegt, dat het hier alleen een
kwestie is van inkomsten en verliezen., De heer P e 1 s t e r
ziet volgens Spr. over het hoofd, dat over 1925 de subsidie
der gemeente nog f 4800 bedroegals nu evenals in 1926
wederom slechts f 4000 wordt gegeven, zal het tekort het
volgend jaar nog grooter zijn.
De heer PELSTER merkt op, dat het geen tekort over
1926 is. Het jaar 1926 begon met een tekort en dit is juist,
niettegenstaande de subsidie f 4000 bedroeg, verminderd.
De VOORZITTER herhaalt, dat men voor het jaar 1927
de zaak opnieuw onder de oogen kan zien. Men moet echter
nu beginnen met de school door de moeilijkheden heen te
helpen.
De heer KORTEWEGHet is toch een feit, dat het
tekort over het afgeloopen jaar met f 200 verminderd is.
De omstandigheden in aanmerking nemende, mag men dus
verwachten, dat dit het volgend jaar een 600 gulden minder
zal zijn.
De heer VAN WERKHOOVEN merkt op, dat als het
subsidie ditmaal met f 800,—wordt verhoogd, het in volgende
jaren waarschijnlijk verminderd kan worden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen
met 11 tegen 8 stemmen.