498
30 JUNI 1927
nuttig of slordig zijn besteed. Spr. bevreemdt het, dat over
deze afrekening de bouwcommissie niet gehoord is.
De heer HORNIX Daarvoor is een aparte commissie,
n 1. de commissie voor de Ambachtsschool.
De heer BOGMANS kan, als lid van de commissie voor
de Ambachtsschool, den heer Van Veen verzekeren, dat
de verbouwing noodzakelijk was voor dit zeer nuttige instituut.
De gelden zijn dan ook zeer goed besteed.
De VOORZITTER De heer B o g m a n s weet althans
uit den lateren tijd welke moeilijkheden te overwinnen waren.
De heer KROONE kan, gezien de verklaringen van de
heeren Pelster en Bog mans, en ook om het feit dat
enkele menschen nog op hun geld wachten, meegaan met
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer SCHRAUWEN zegt, dat het hem niet gaat tegen
het bedrag, maar tegen het telkens overschrijden van het
crediet. Spr. vraagt, of de overschrijding van het crediet ligt
aan den dienst van openbare werken of aan het aankoopen
van materialen.
De heer CERUTTI vraagt, welk bezwaar er is tegen het
verzoek van den heer Speyart van W o e r d e n om
zooveel mogelijk bescheiden over te leggen. Een commissie
is dan niet noodig en evenmin deze lange discussie.
De heer PELSTER zegt, dat de overschrijding van de
toegestane bedragen niet is te wijten aan Openbare Werken,
maar aan opdrachten en bestellingen, door anderen gedaan.
De heer APPELBOOM De heer P e 1 s t e r wekt den
indruk alsof er dingen zijn gekocht waarvoor geen crediet
is verleend.