508
30 JUNI 1927
De heer MOLL geeft toe, indertijd de wenschelijkheid
bepleit te hebben van het wonen van den directeur bij het
ziekenhuis en de barakken. Hij kan echter den heer Hornix
verzekeren, dat de dienst door dezen maatregel niet lijden,
doch integendeel er door verbeteren zal. Nu toch kan men
des nachts direct dr. P a ij e n s telefoneeren, indien hij bij
een armlastig patiënt moet komen. Op het oogenblik gebeurt
dit zoo, dat men eerst dr. Duffels waarschuwt en deze weer
dr. P a ij e n s. De huur van de woning is niet hoog, doch
er zal een nieuwe schatting plaats hebben.
De heer COHEN vreest, dat andere directeuren hieruit
consequenties zullen gaan trekken en mogelijk ook een betere
particuliere woning zullen betrekken. Wat zal de Raad dan
doen
De heer HORNIX vindt, dat Burgemeester en Wethouders
vooruit hadden moeten inzien, dat het beter was den directeur
niet in de ambtswoning te laten wonen. De kosten van
verbouwing zouden dan waarschijnlijk minder groot zijn
geweest.
De heer APPELBOOM heeft al eenige maanden geleden
hooren zeggen, dat de heer Van Kranendonk Duffels
niet bij het ziekenhuis ging wonen, Spr. vraagt, of dat waar is?
De heer MOLL zegt, dat het het College eerst ongeveer
sinds tien dagen bekend is, dat dr. Duffels liever niet in
de ambtswoning ging, daar hij ongehuwd is en daarom liever
op kamers gaat wonen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen
met 18 tegen 1 stemmen.
Voor de heeren Van Groenendael, Haaiman,
Van W erkhooven, Kroon e, Cohen, Me ij vis,