522
26 JULI 1927
verkeer vormt, doordat hij juist op den hoek van de Gode-
vaert Montensstraat en de Eerste Markstraat staat. Het
aesthetisch aspect van de straat zal er niet onder lijden.
De heer MOLL meent, dat de aesthetica in deze wèl
geschaad zou worden. De dienst der Beplantingen heeft toen
hij kennis kreeg van adressants wensch dadelijk eenige takken
van den bewusten boom gerooid. Zou men dezen boom
omhakken, dan kan men alle boomen in die straat welgaan
rooien. Uit een verkeersoogpunt levert de boom geen gevaar
ophij staat in een zeer stille straat. Het heeft Spr. ten
zeerste verwonderd, dat de heer Oostvogels, die nog
onlangs in een ingezonden stuk in de Bredasche Courant
zoo zeer te velde is getrokken tegen het rooien van de
boomen in de Parkstraat, thans zelf het verzoek tot het
wegnemen van een boom doet.
De heer VAN VEEN Dat was een geheel andere
kwestie. Ik denk, dat men er nog spijt genoeg van zal heb
ben, de boomen in de Parkstraat door andere, minder
bladerrijke te hebben vervangen.
De heer COHEN wenscht even op te merken, dat het
rooien van de takken door den dienst der Beplantingen niet
op aanvraag van adressant is geschied. Er is hem de raad
gegeven, zich direct tot dit college te wenden.
Het prae-advies van Burgemeester en Wet
houders wordt daarop in stemming gebracht en
aangenomen met 11 tegen 6 stemmen.
Voor: de heeren Korteweg, Kroon e, Crul, Meij-
vis, Schrauwen, Pelster, VanWerkhooven,
Cerutti, Moll, Loomans en Van Groenendael.
Tegen de heeren Cohen, Van Veen, Bogmans,
Hornix, Elich en Haaiman.