546
24 AUGUSTUS 1927
Lichtbedrijven en Waterleiding, daarbij verzoekende toeken
ning eener schadeloosstelling wegens beschadiging van meu
belen in zijn woning tijdens zijn afwezigheid, tengevolge van
onvoldoende afsluiting van een stoomkraantje.
De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om
prae-advies.
De heer VAN VEEN wenscht, ter vermijding van tijd
verlies, dit verzoek reeds thans onder de oogen te zien.
Voorts zegt Spr.
Ik verwonder mij erover, dat bij dit verzoekschrift door
Burgemeester en Wethouders geen prae-advies is uitgebracht,
omdat naar ik uit goede bron vernam een dergelijk
verzoek reeds eenigen cijd, zelfs bij herhaling, tot Burge
meester en Wethouders is gericht.
Ik zou daarom gaarne vernemen, of de feiten zich hebben
toegedragen, zooals door den Directeur der lichtbedrijven en
waterleiding is geschetst en wat het gevoelen van Burge
meester en Wethouders is ten aanzien van dit verzoek.
Het geval, zooals het door den betrokkene is weergegeven,
lijkt mij voor dezen zeer onaangenaam en als die weergave
juist is, dan dient m.i., Burgemeester en Wethouders gehoord,
ook zoo spoedig mogelijk bevrediging te worden geschonken.
De VOORZITTER zegt, dat het betoog van den heer
Van Veen juist een pleidooi is om het adres aan Bur
gemeester en Wethouders te zenden om prae-advies.
De heer SCHRAUWEN heeft ook bezwaar om dit adres
in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen om
prae-advies. Het is niet het eerste verzoek om schadeloos
stelling van adressanteen verzoek van gelijke strekking aan
Burgemeester en Wethouders gericht, is door hen afgewezen.
Spr. weet als lid van de Gascommissie niet eens op welke
gronden zulks is geschiedhij noodigt Burgemeester en