550 24 AUGUSTUS 1927 zelf beschouwd moet worden. Spr. stelt voor, dit voorstel te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. De heer KROONE wil die aangelegenheid nog door den Raad in zijn tegenwoordige samenstelling laten behandelen. De VOORZITTER zegt, dat zulks heden bezwaarlijk gaat. Het is een voorstel van bijzonderen aard. Bovendien zijn drie leden van den Raad afwezig, die er geen notie van hebben, dat een zoodanig voorstel hier behandeld wordt. Het ware beter geweest, wanneer de heer K r o o n e zijn voorstel vóór de vergadering had ingediend, dan had men daarmede rekening kunnen houden. De heer VAN WERKHOOVEN ziet niet in, welk bezwaar er tegen zou kunnen zijn om het voorstel van den heer K r o o n e in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen om prae-advies in den nieuwen Raad hebben voor het grootste deel dezelfde leden zitting als in den ouden. De heer KOOPERBERG is het in deze geheel eens met den heer Van W erkhooven. De heer KROONE legt er zich bij neer, dat zijn voorstel, tot toekenning van een wachtgeld aan den Gemeente-Ont vanger, wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. De heer MEIJVIS deelt mede, dat hij zich niet kan ver eenigen met de voorgenomen wijziging in de wedde van den Burgemeester hij meent, dat f 10.000 veel te hoog is. De heer VAN VEEN Gedeputeerde Staten zeggen in hun schrijven, dat de bevolking van 30570 op 1 Jan. 1927 is gestegen tot 43002 op 1 Mei 1927 en dat mitsdien de jaarwedden van burgemeester, secretaris en ontvanger be- hooren te worden herzien, d.w.z. verhoogd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 550