552 24 AUGUSTUS 1927 prematuur is en zou dit College in overweging willen geven daarop na de aanstaande Wethoudersbenoeming, wanneer het aantal Wethouderszetels vaststaat, terug te komen. De heer HAALMAN wenscht te verklaren, dat hij, wat de wedde van den Burgemeester betreft, het eens is met den heer M e ij v i s. Spr. verzoekt de voorgenomen wijzigingen in de onderscheidene wedden afzonderlijk in stemming te brengen. De VOORZITTER zal aan dit verzoek voldoen en brengt allereerst in stemming de voorgenomen wijziging in de wedde van den Burgemeester. De uitslag van deze stemming is, dat met 14 tegen 4 stemmen wordt besloten accoord te gaan met de door Gedeputeerde Staten voorgenomen wijziging in de wedde van den Burgemeester. Voor de heeren Hornix, Kroon e. Pelster, Moll, Van Groenendael, Van W e r k h o o v e n, C r u 1, Cerutti, Korteweg, Schrauwen, Loomans, Bogmans, Elich en Kooperberg. Tegen de heeren Cohen, Me ij vis, Van Veen en Haaiman. Met de voorgenomen wijziging in de wedde van den Gemeente-Secretaris wordt z h. s. besloten accoord te gaan. De heer VAN VEEN verzoekt aanteekening in de notulen, dat hij daartegen is. Ten aanzien van de voorgenomen wijziging in de wedde van den Gemeente-Ontvanger wordt z. h. s besloten, de Gedeputeerde Staten mede te deelen, dat de Raad die wedde gaarne zou zien gebracht op f 5000f 6000. De heer MOLL verklaart, deel te zullen nemen aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 552