24 AUGUSTUS 1927
557
„gebouwcomplexen en boerderijen voorkomen en ook rekening
„moet worden gehouden met veel grootere afstanden, slechte
„wegen en zeer gebrekkige watervoorziening".
Een dergelijke algemeene motiveering blijkt geenszins op
haar plaats als men de argumenten voor ons geval eens punt
voor punt beziet.
Ten eerste is er sprake van talrijke zeer brandgevaarlijke
fabrieken in het nieuwe gebied. Van talrijke kan hier volstrekt
geen sprake zijn en brandgevaarlijke fabrieken zijn wel in de
eerste plaats ter wille van haar bedrijf en de assurantie-premie
op hare eigen bluschmiddelen aangewezen.
Waar die brandgevaarlijke gebouwen-complexen, waarvan
verder sprake is, zich in het nieuwe gebied bevinden, is mij
niet duidelijkdeze aandikking der argumenteering acht ik
wel allerminst op haar plaats.
Dan wordt gesproken over brandgevaarlijke boerderijen in
het nieuwe gebied. Wij hebben tegenover de alleenwonende
boeren, nu zij ingezetenen van Breda zijn geworden, natuurlijk
onze stedelijke verplichtingen te vervullen, maar of dit beter
zal geschieden, wanneer er in plaats van één, drie motorspuiten
in de St. Annastraat staan, valt zeer te betwijfelen.
Als vierde argument moet gelden de thans veel grootere
afstanden. Wat beteekenen afstandsvergrootingen van 500
tot 1500 M. ais men reeds over eene goede motorspuit en
nagenoeg overal over hoogdrukwaterleiding beschikt
Als men bedenkt, dat de brandweer bij branden in onze
omgeving, ongeacht den grooten afstand, zooals bij den kerk
brand te Terheyden, snel ter plaatse kan zijn, dan klinkt het
argument van de groote afstanden bij eene gebiedsvergrooting
van slechts 500 M. tot 1500 M. waarlijk wat al te mal. En
des te meer als men die grootere afstanden niet opheft, maar
ook het aangevraagde materieel bij den motorspuit in de
St. Annastraat gaat plaatsen.
Ten slotte moet nog als argument dienen de slechte wegen
en zeer gebrekkige watervoorziening op vele punten in het
nieuwe gebied. Onder die omstandigheden moet men zeer