24 AUGUSTUS 1927, 559 aangelegenheid niet alleen bezien uit een oogpunt van gebiedsuitbreiding. Het bezit van een tweede auto-motorspuit is, afgezien van de grensuitbreiding, beslist noodig immers, de spuit kan op een gegeven oogenblik defect blijken te zijn en er kan op verschillende plaatsen tegelijkertijd brand uit breken en dan heeft men aan één motorspuit niet veel. Ook de auto-gereedschapswagen met ladders enz. zou zonder grensuitbreiding noodig zijn geweest, al moet men toch ook in aanmerking nemen, dat de grootere afstanden de behoefte daaraan in meerdere mate doen gevoelen. De kleine aanhang- motorspuit is noodig mede om op moeilijk bereikbare plaatsen blusschingswerk te verrichten. Tegen de benoodigde uitrusting als slangen enz. zal men toch wel niet opkomen. De zaak is niet, zooals de heer Van Veen meent, door een vergroot glas bekeken, maar uit een oogpunt van voorziening in de geringste behoeften. De heer Van Veen erkent, dat men hier over een bekwaam brandweercorps beschikt, maar dan mag hij ook wel vertrouwen stellen in diens adviezen, die bovendien door ons nauwgezet worden overwogen en be handeld. De heer CERUTTI is getroffen door een opmerking van den heer M e ij v i s, welke van zeer practischen aard is, n .1. betreffende het vervoeren van de reddingsladder per motorwagen Immers, het kan meer noodzakelijk zijn, de ladder dan de spuit op de plaats des onheils te brengen, daar door de een menschenlevens gered kunnen worden, terwijl door de ander alleen materieel kan worden gespaard. De VOORZITTER zal de opmerkingen van den heer M e ij v i s aan het Brandweercollege overbrengen. Aan de opmerking betreffende het vervoer van reddingsmaterieel per motorwagen wordt al tegemoet gekomen door de aanschaffing van een auto-gereedschapswagen met ladders, springzeil enz. De heer VAN VEEN merkt op, dat uit hetgeen de Voorzitter gezegd heeft, blijkt, dat de tweede motorspuit in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 559