24 AUGUSTUS 1927 569 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe- kenning van een pensioen van f750,— per jaar aan Mevrouw de Weduwe P. M. K u s e 1 b o s. De heer HAALMAN verklaart, zijn stem aan dit voorstel niet te kunnen geven, aangezien daarmede een precedent wordt geschapen van zoo groote beteekenis, dat de omvang ervan niet is te overzien. De heer KOOPERBERG kan zich niet met dit voorstel vereenigen. De heer K u s e 1 b o s was geen ambtenaar zijn functie werd niet bezoldigd, derhalve derft zijn weduwe geen inkomsten. Spr. ziet dan ook het nut hiervan niet in. De heer MEIJVIS kan tot zijn spijt niet voor dit voorstel stemmen. Spr. denkt daarbij onwillekeurig terug aan tal van adressen van ambtenaren en werklieden, die naar de letter van het Werkliedenreglement geen uitkeering konden bekomen en waarop door Burgemeester en Wethouders steeds afwijzend werd geadviseerd. Nu het hier echter een hooger geplaatsten ambtenaar geldt, nemen Burgemeester en Wethouders een andere houding aan. Spr. noemt zulks meten met twee maten. De VOORZITTER: Wie stelt U hiertegenover? De heer MEIJVIS Koremans. Van Dirven, Ve rmeeren e.a. Vervolgens vraagt Spr., of de weduwe geen verdere inkomsten heeftzoo niet, dan is het bedrag veel te weinig. In verband met een en ander noodigt Spr. Burgemeester en Wethouders uit, dit voorstel terug te nemen. De heer CERUTTI is het niet met den heer K o o p e r- b e r g eens juist, omdat de heer K u s e 1 b o s als opper- brandmeester niet bezoldigd werd en derhalve zijn diensten geheel belangeloos aan de gemeente heeft gegeven, zou Spr, zijn weduwe als blijk van waardeering dit pensioen willen zien toegekend. Toen eenige jaren geleden een brandweerman

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 569