24 AUGUSTUS 1927 573 van een pakhuis met bovenwoning op een perceel aan de Leuvenaarstraat, hoek Gasthuisstraat. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om op dit adres afwijzend te beschikken. De heer HAALMAN acht den toestand ter plaatse thans bijzonder slecht Door deze verbouwing treedt een algeheele verbetering in. Zoo ooit, dan is er thans reden voor inwilli ging van het verzoek. De heer VAN VEEN zegt het volgende Toen op verzoek van Uw College deze aanvrage van Schouten om ontheffing van art. 15 der Bouwverorde ning in eene vorige vergadering werd aangehouden, koesterde ik de verwachting, dat Uw afwijzend prae-advies in een gunstig prae-advies zou worden veranderd. Ik stel het zeer op prijs, dat Uw College zich uit eigen beweging nog eens op de hoogte van den toestand heeft gesteld, maar vindt het jammer, dat dit aanleiding is geweest om bij het afwij zend prae-advies te volharden. Wat toch is het geval Adressant bezit naast zijn woon- en winkelhuis op den hoek der Leuvenaarstraat en Gasthuisstraat een terrein, dat thans nagenoeg geheel is ingenomen door eenige onooglijke gebouwtjes. Worden deze gesloopt, dan ontstaat eene open ruimte, die men bouwterrein mag noemen, omdat zij gelegen is aan de rooilijn der Gasthuisstraat. De diepte van dit terrein is ongeveer 9.M. en adres sant verzoekt om dit geheel te mogen bebouwen, omdat de te bouwen woning boven het te bouwen pakhuis geen waar de zou hebben als deze conform art. 15 slechts 3/4 van 9. M. diep zou worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 573