574
24 AUGUSTUS 1927
Waar bovendien een open plaatsje van '/4 van 9.M.
'diepte, dus slechts 2.25 M. diepte, achter het ontworpen
pakhuis geen reden van bestaan heeft, bestaat er alle aan
leiding om het verzoek van adressant in gunstige overweging
te nemen.
De Raad heeft zich daarbij slechts af te vragen
1voldoet het ontworpen gebouw zelf aan redelijke eischen,
2 zal de toevoer van licht en lucht tot de aangrenzende
hoekwoning niet worden geschaad,
en 3. zal de toevoer van licht en lucht tot het aangren
zende perceel in de Leuvenaarstraat niet worden geschaad.
De eerste vraag mag m. i. bevestigd beantwoord worden.
Op de tweede vraag moet m. i. het antwoord luiden, dat
de aangrenzende hoekwoning door het voorgenomen bouw
werk niet zal worden geschaad, integenteel verbeterd, omdat
het eenige raam, dit is een keukenraam, niet meer zal uit
komen op een binnenplaatsje, maar naar de straatzijde zal
worden verplaatst.
Ten aanzien an de derde vraag moet het antwoord even
eens ontkennend luiden. Achter het woningcomplex der
Leuvenaarstraat grenst eene groote open ruimte, die niet
bebouwd mag worden en de meest aangrenzende woning in
de Leuvenaarstraat zal door den voorgenomen bouw door
mindere licht- en luchtschepping in de schuinte al zeer weinig
worden geschaad.
Wat doet er ten slotte toe, wanneer op het terrein een
achtergevel zou verrijzen op slechts 2,25 M uit de grens
scheiding, waartegen noch Burgemeester en Wethouders,
noch de Raad zich zouden kunnen verzetten, of dat die
achtergevel op de grensscheiding wordt geplaatst
Ik stel daarom voor om de gevraagde ontheffing wél
toe te staan, te meer omdat daardoor de woningvoorraad
weer iets vermeerderd zal worden.
De heer BOGMANS is het geheel eens met den heer
Van Veen. In elk geval wordt er een betere toestand