24 AUGUSTUS 1927 591 „dit opzicht behooren derhalve genoemde besluiten te worden herzien. „Van het bestuur der M.U.L.O.-school-van Coothplein 56 „kwamen in, een tweetal adressen, die mede hierbij gaan. „In een dier adressen, gedateerd 10 September 1926, verzoekt „dit bestuur opneming onder de uitgaven van de aan de „onderwijzers uitbetaalde vergoeding wegens het bezit eener „akte van bekwaamheid uitgereikt voor het geven van ..godsdienstonderwijs. O.i. behoort hierop afwijzend te worden beschikt, omdat deze vergoeding afzonderlijk is geregeld in „art. 33 en op grond daarvan alleen dan wordt toegekend „aan onderwijzers der bijzondere scholen, wannéér de gemeente „aan de onderwijzers der openbare scholen deze vergoeding uitbetaald, hetgeen hier ter stede niet het geval is. „In het andere adres, gedateerd 14 April 1927, wordt „verzocht mef-schrapping van de uitgaven voor vergoeding „der reiskosten bij het onderzoek naar de geschiktheid van „sollicitanten ter voorziening eener vacature. Wij zijn van „meening, dat hieraan niet kan worden voldaan, omdat deze „uitgaven niet kunnen worden gerangschikt onder „andere „uitgaven ter verzekering van den goeden gang van het „onderwijs". „Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen „a. vast te stellen de afrekening der vergoeding ex art. 101 „der L.O.-Wet 1920 aan de bijzondere scholen over „de jaren 1922, 1923 en 1924 als opgenomen in bij gaand ontwerp-besluit ,.b. afwijzend te beschikken op de beide hierbijgaande „adressen van het bestuur der bijzondere school-van „Coothplein 56". (b.) „In Uwe vergadering van den 30 Juni j. 1. werd door Uwen Raad besloten eene commissie in te stellen, welke zou hebben na te zien de driejaarlijksche afrekening tusschen de gemeente en de daarbinnen gevestigde bijzondere scholen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 591