24 AUGUSTUS 1927
599
De heer PELSTER wijst er op, dat de teekening aldus is
gewijzigd in overleg met adressante zelf. Wat de heer Van
Veen wenscht, kan bovendien volgens de Bouwverordening
niet worden toegestaan.
Niemand der leden verder eenige bedenking
hebbende, wordt besloten adressante de gevraagde
ontheffing te verleenen onder de volgende voor
waarden
a. dat geen verandering worde gebracht in de
grenzen van het perceel
b. dat op het geheele terrein niets meer mag
worden gebouwd of opgericht
c. dat het gebouw binnen 6 Meter van de
achtergrens niet hooger mag worden opgetrok
ken dan 4 Meter (zie daarvoor de doorsnede-
teekening van het gewijzigd plan, waarop een
en ander met een roode lijn is aangegeven)
d. dat het te bouwen magazijn niet van bestem
ming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk
als woning worde ingericht of gebruikt
e. dat ingevolge art. 5 der Woningwet de ver-
eischte teekeningen, ingericht volgens art. 105
der bouwverordening, aan Burgemeester en
Wethouders ter goedkeuring worden aange
boden
f. dat, wanneer binnen zes maanden na de dag-
teekening van dit besluit van de verleende
ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht
wordt niet te zijn verleend:
en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van
één dezer voorwaarden de verleende ontheffing
vervalt.