2 SEPTEMBER 1927
609
De heer MEIJVIS merkt op, dat men hier met iets nieuws
te doen heeft. Uit de stukken blijkt niet, of aan dit voorstel
een verzoek om subsidie is voorafgegaan. Hoewel het doel,
waarvoor de gelden worden gevraagd, Spr. sympathiek is,
kan hij toch niet met het voorstel medegaan, omdat het tot
de taak van de militaire overheid behoort voor ontspanning
te zorgen. Bovendien is het houden van herhalingsoefeningen
uit den tijd.
De heer VAN VEEN is ook tegen dit voorstel, doch
om andere redenen dan de heer M e ij v i s. Het argument,
dat Burgemeester en Wethouders aan het slot van hun
voorstel voor deze subsidieering aanvoeren is er met de
haren bijgesleept. Het gaat bij Spr. niet om het bedrag, maar
waar is het eind, als men er mede begint in zoo'n geval
subsidie toe te kennen. Het Rijk zelf kan er voldoende voor
zorgen, dat de militairen ontspanning vinden.
De VOORZITTER antwoordt, dat het Rijk daarvoor ten
deele gezorgd heeft. Enkele personen hebben het initiatief
genomen om voor ontspanning in de avonduren te zorgen.
En nu kwam het Burgemeester en Wethouders wenschelijk
voor, omdat uit particuliere beurs wordt bijgedragen en er
inderdaad een algemeen belang mede wordt gediend, een
kleine subsidie toe te kennen. Eigenlijke argumenten daar
tegen zijn door den heer Van Veen niet aangevoerd.
Evenmin door den heer M e ij v i s, bij wien aan het slot
van zijn betoog de anti-militairistische aap uit den mouw
kwam kijken.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop in stemming gebracht en aange
nomen met 13 tegen 5 stemmen.
Voor: de heeren Kooperberg, Pelster, Korte-
weg, Hornix, Crul, Schrauwen, Elich, Kroon e,
Bogmans, Moll, Loomans, Cerutti en Van
Groenendael.