614
2 SEPTEMBER 1927
Dat de toestand ter plaatse van den Rijksweg, waarover
de gemeente geen zeggingschap heeft, uit een verkeersoogpunt
minder gewenscht is, vindt zijn oorzaak in het ontbreken
van een trottoir de geheele breedte van den weg is daar
echter zeer voldoende en de kostbare aankoop van het voor
tuintje van den heer Moll is geheel overbodig.
Als de voorgestelde transactie tot stand komt, gebeurt
practisch het volgende, dat de heer Moll f 000 ontvangt,
dat hij den grond blijft gebruiken als voorheen en dat de
gemeente bovendien tot bestrating van dezen grond verplicht
is. Tot zulk een transactie kan ik niet meewerken. Ik heb
vernomen, dat de gemeente door hem, die een woning aan
haar bestemming wil onttrekken, een zeker bedrag in de
gemeentekas laat storten en ik zou gaarne vernemen, of den
heer Moll op deze verplichting is gewezen.
De heer PELSTER wijst er den heer Van Veen op,
dat het verkoopen van de woning samen hangt met het
verkrijgen van den grond vóór het huis van den kooper.
Uit de zucht om beider belangen te dienen is dit voorstel
geboren. De woning is niet fraaide koopsom ad f 2700
komt Spr. voor behoorlijk te zijn. De waarde van den grond
van het voortuintje acht de heer Van Veen te hoog
geschat. Als men den toestand ter plaatse in oogenschouw
neemt, zal men inzien, dat het wenschelijk is, dat de voor
tuintjes verdwijnen. Het is beter, dat de afscheidingslijn langs
de huizen loopt. Spr. vindt, dat een prijs van f 10 per M2.
voor grond, welke vlak aan den straatweg is gelegen, niet
te hoog is. Bovendien behoeft die prijs niet te binden in
andere gevallen. Betalen voor het gebruik van den grond
is niet noodig; het ligt in de bedoeling, dat de gemeente
zelf den grond in gebruik neemt.
De heer VAN VEEN meent ten sterkste te moeten be
twijfelen, of het kleine stukje voorterrein f 1000.waard is;
men moet n.l. niet vergeten, dat de toestand aan den Tete-
ringschen Dijk allesbehalve ideaal is. Spr. vreest, dat het
