2 SEPTEMBER 1927
623
zeer belangrijke beslissing, namelijk die in zake het in-exploitatie-
brengen van den Belcrumpolder en het is een niet minder
belangrijk onderwerp, waarover deze Raad, eveneens in de
laatste zijner bijeenkomsten, een beslissing zal hebben te nemen.
De vraag immers, of thans tot de oprichting van een ge
meentelijk slachthuis zal moeten worden overgegaan, hetgeen
een uitgave zal vorderen van niet minder dan ongeveer
f 600.000. is een zeer belangrijke en ik durf het niet
wagen te zeggen, dat het geven van een antwoord op die
vraag zoo uiterst gemakkelijk zoude zijn. Daarom was het
slechts na een langdurige en nauwkeurige bestudeering en
daarom ben ik nog dankbaar voor het in de vorige verga
dering verleende uitstel dat ik mijn standpunt omtrent
het voorliggende voorstel kon bepalen.
Het was in zijn vergadering van den 29sten November
1922 en dus bijna reeds vijf volle jaren geleden, dat de
toenmalige Raad in beginsel besloot, dat in deze gemeente
een openbaar slachthuis zou worden opgericht.
Mijnheer de Voorzitter, dat was m.i. een zeer juist besluit,
waaraan ik dan ook gaarne heb medegewerkt en dat ik
geenszins betreur. Indien ik op dit oogenblik wel iets zou
willen betreuren, dan is dat het feit, dat thans, na vrijwel
vijf jaren, het toen genomen besluit nog niet tot uitvoering
is gekomen. Wel heeft het heel wat in gehad, alvorens ons
een definitief voorstel bereikte. Nu ligt het echter voor ons,
maar hoe gaarne ik het ook anders zou hebben gewild ik
kan er geenszins enthousiast over zijn erger nog ik
zal helaas mijn medeleden en dat tot mijn groote spijt
de aanneming van dit voorstel ten sterkste moeten gaan
ontraden.
Zou ik hier een enkel oogenblik denken aan persoonlijke
belangen, die met een spoedige totstandkoming van een
openbaar slachthuis ten zeerste gebaat zouden zijn, hoe licht
zou het niet vallen dat spreekt wel haast vanzelf -om
zonder veel drukte erover te maken een „voor" te doen
hooren, zonder ook het hoofd te breken over flnancieële en