2 SEPTEMBER 1927 625 op dit rapport en als uitvloeisel van het nog nader inge wonnen technisch advies, waarvoor nog een crediet van niet minder dan f 5000.— werd gevoteerd, het thans voor liggend voorstel ontvingen, waarin een crediet wordt gevraagd van f 590.000, wat nu niet precies f 200.000 minder is dan het toen genoemde. Is het dan wonder, dat ik mij geroepen, maar ook ge dwongen gevoel op dezen weg naar de exploitatie van een gemeentelijk slachthuis, het signaal op onveilig te zetten, want, Mijnheer de Voorzitter, het is mijn eerlijke, innige en rotsvaste overtuiging, dat een slachthuis voor een stad als Breda, al is dan ook samenwerking verkregen met de gemeenten Ginneken en Teteringen een slachthuis dat zegge en schrijven f 600 000..- zal gaan kosten, althans wanneer het gevraagde crediet, zooals anders wel gebruikelijk is, niet zou worden overschreden nimmer zoodanig zal kunnen worden geëxploiteerd, dat het zichzelf zal bedruipen, wat toch een allereerste vereischte is, tenzij de tarieven zoo exhorbitant hoog zouden worden opgevoerd, dat het den belanghebbenden vrijwel onmogelijk zou worden gemaakt van het slachthuis gebruik te maken. Want, Mijnheer de Voorzitter, Breda, Ginneken en Teteringen kunnen zeer wel den slagers in hunne gemeenten gebiedend voorschrijven van het gemeentelijk slachthuis in Breda gebruik te maken, het zou echter al heel dwaas zijn te willen ontkennen, dat het met de huidige en ook toekomstige ligging dezer gemeenten al zeer gemakkelijk zoude zijn, dat voorschrift tot een doode letter te maken maar ook indien de belanghebbenden die buitensporig hooge tarieven zouden betalen, och, dan zullen zij deze zeer zeker weten af te wentelen op de consumenten, dat is dan de burgerij van Breda, die in den vorm van verhoogden vleeschprijs dus een indirecte en daardoor zeer onbillijke belasting het gelag zal hebben te betalen. Mijnheer de Voorzitter, het is wel haast vijf en twintig jaren geleden, dat ik voor het eerst een voet zette in een openbaar slachthuis en sindsdien heb ik welhaast alle openbare

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 625