2 SEPTEMBER 1927 635 vereischte mag worden genoemd voor een goeden gang van zaken. Dankbaar mogen we daarom den heer Meier wel zijn, die zich welwillend bereid verklaard heeft, daar te willen wonen. Over de eventueele huur dezer woning te spreken, acht ik thans niet noodig en ook niet het juiste oogenblik. Wel komt het mij niet gewenscht voor, dat de directeur de huur bepaalt, dit zal veeleer aan den Raad dienen te worden overgelaten. Maar, laat ik mij nu weer onledig houden met het slacht huis zelve en de vraag stellen, of het nu absoluut noodzake lijk is, dat hier zoo'n duur slachthuis wordt gebouwd, of het niet minder kan. En dan geloof ik de eerste vraag gerust ontkennend en daarmede de tweede vraag ten volle bevestigend te kunnen beantwoorden. Om te beginnen met de slachthal voor rundveede daarin thans nog ontworpen elf slachtstanden zijn geenszins noodig. De directeur becijfert, dat het aantal runderen, hetwelk in een jaar zal worden geslacht plm 2650 zal bedragen of ongeveer 9 per werkdag. Nu we over het algemeen met klein bedrijf te doen hebben, zal zelfs op de drukste slachtdagen een aantal van 11 standen niet noodig zijn. Alles behoeft hier absoluut niet tegelijk te worden ge slacht. Het kan dus aanmerkelijk kleiner. Hetzelfde kan vrij wel in toepassing worden gebracht ten opzichte van alle andere ontworpen gebouwen, de varkensslachthal en bovenal ook het koelhuis, hetwelk dan ook, al is het verkleind, nog veel te groot is. De ervaring in andere plaatsen heeft vol doende geleerd, dat de grootte van de koelruimten niet in verhouding behoeft te staan met de andere inrichtingen. Het ontwerp als zoodanig is alleszins bevredigend. Ik zou dus willen zeggen Behoudt de plannen in hun tegenwoordige gedaante, maar maakt alles naar evenredigheid ongeveer 1 /3 kleiner, dan is het nog ruimschoots voldoende groot. De oprichtingskosten zullen dan ook vrijwel 3 minder worden, waardoor de exploitatie in elk opzicht verlicht wordt. Tarieven zullen dan kunnen worden geheven, die de verge lijking met elk ander slachthuis zullen kunnen doorstaan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 635