636
2 SEPTEMBER 1927
terwijl ook veestallen aan het slachthuis zullen kunnen wor
den toegevoegd.
Zoo zal het slachthuis ook aantrekkelijker worden voor
hen in de buitengemeenten, die er nu nog niets van willen
weteneerder dan dat men denkt hen door drastische maat
regelen en onredelijke tarieven te dwingen. De belangen van
geheel Breda zullen daardoor in elk opzicht zijn gebaat.
Herzie dus, Heeren Leden van het College van Burgemeester
en Wethouders, Uw voorstel en ik zal er gaarne mijn stem
aan geven, even gaarne als ik thans mij genoopt gevoel mijn
steun aan het voorliggend voorstel te onthouden. Een derge
lijke verantwoordelijkheid, mee te brengen door het doen
oprichten van een slachthuis van nagenoeg zes ton, Mijnheer
de Voorzitter, ik schrik niet gauw voor verantwoordelijkheid
terug, maar deze durf ik niet te aanvaarden. Mijnheer de
Voorzitter, ik heb gezegd.
De heer HORNIX wenscht een voorstel van orde te doen.
Aangezien blijkbaar vele leden het slachthuisplan te kost
baar vinden, zal het debat bekort kunnen worden door de
volgende motie in stemming te brengen
„De Raad der gemeente Breda, van oordeel, dat het
„ingediende plan tot stichting van een abattoir niet in over
eenstemming is met den wensch van vele leden, uitgesproken
„in het Centraal Rapport d.d. 12 Maart 1926, om een
„crediet van f 400.000 niet te overschijden, zendt het inge
diende voorstel terug aan Burgemeester en Wethouders en
„verzoekt indiening van een plan op bescheidener schaal,
„zoodanig dat de totaalkosten niet meer zullen bedragen dan
„f 400,000".
De VOORZITTER zegt, dat men met deze motie niets
bereiktzij zal aan de lengte der discussies niets toe of af
doen. Immers, degenen, die om financieele redenen tegen dit
voorstel zijn gekant, zullen toch willen zeggen waarom zij
het te duur vinden. Het lijkt Spr. daarom het beste, de motie