2 SEPTEMBER 1927
653
zooveel machines zal hebben als de lichtbedrijven.
De VOORZITTER zegt, dat als men gelijk geschiedt
grootte en indeeling van het abattoir goedkeurt, men erkent
dat het een goed abattoir is, hetwelk aan redelijke eischen
zal voldoen. De heer Van Veen is er maar op uit om
met allerlei middelen het crediet te verlagen. Spr. noemt dit
struisvogelpolitiek. Als men de eenheidsprijzen gaat verlagen,
kan het best zijn, dat die prijzen tegen den tijd van aan
besteding weer veranderd zijn, dus loopen Burgemeester en
Wethouders dan de kans later met een aanvullingscrediet te
moeten komen. Die kans loopen zij liever nietzij willen
den Raad ten volle mededeelen, wat het abattoir kosten kan.
Daarom zullen zij ook niet voldoen aan het verlangen van
den heer Van Veen om de kosten van den grond enz.
uit de credietaanvrage te schrappen. De heer Van Veen
zal het trouwens met Spr. eens zijn, dat het aanwenden van
dergelijke middelen het plan in geen enkel opzicht goed-
kooper maakt.
De heer VAN VEEN U begrijpt het nietik wil alleen
maar de hand op den zak houden.
De VOORZITTER, voortgaande, zegt, dat de heer Van
Veen heeft gevraagd, waarom de kosten der gebouwen
niet verminderd zijn, ondanks het feit, dat het plan, wat de
ruimten betreft, aanzienlijk ingekrompen is. Spr. kan daarop
antwoorden, dat tegenover dit feit staat, dat daarin weer
andere punten zijn opgenomen, zooals een toren voor de
watervoorziening, een binnenplaats, kosten van water
zuivering, gelijk een en ander in de stukken is uiteengezet.
Vervolgens de kwestie-H u u r m a n. De heer Mink is
met vrijwel alle slachthuizen in Nederland op de hoogte,
dus ook met die, welke door den heer Huurman gebouwd
zijn. Burgemeester en Wethouders hebben zich dus gevoeg
lijk kunnen beperken tot de advisage van den heer M i nk.