2 SEPTEMBER 1927 655 Moll, Van W e r k h o o v e n, Loomans, Van Groe- nendael en Speyart van Woerden. Tegen: de heeren Kooperberg, Hornix, Van Veen, Cerutti, Haaiman en Appelboom. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging van de verordening, regelende de pensionneering der wet houders, en opnieuw vaststelling dier verordening, met de daarop ingediende amendementen (aangehouden in de vorige vergadering) luidende als volgt „In de vergadering van Uw Raad van 2 Mei 1923 werd „de thans vigeerende verordering regelende de pensionneering „der wethouders aangenomen met 11 tegen 7 stemmen. „Reeds deze stemmencijfers duiden op verschil van meening, „dat zich zoowel omtrent de wenschelijkheid van zoodanige „verordening als omtrent sommige onderdeelen had voorgedaan. „Wat de wenschelijkheid betreft, had de Raad zich in zijn „vergadering van 28 September 1922 met 14 tegen 3 stem- „men vóór pensionneering uitgesproken. Omtrent eenige „belangrijke onderdeelen had een commissie van drie leden „uit den Raad niet tot overeenstemming kunnen komen. Het „betrof hier vooral den leeftijd waarop pensioen zou worden „verkregen of uitgekeerd. In de Raadsvergadering van 16 „Maart 1923 kwamen de verschilpunten tot uiting. De „beraadslaging werd geschorst en een gewijzigd voorstel „kwam in discussie in bovengemelde vergadering van 2 Mei „1923, die de bestaande regeling vaststelde. „Deze regeling is herhaaldelijk in den Raad ter sprake „gebracht, wijl zij naar menig inzicht te vrijgevig is, en te „ruim voorziet xn levenslange pensionneering van personen, „die op vrij jeugdigen leeftijd een wethouderschap van vier „jaren achter den rug hebben. De Commissie uit den Raad, „aan welke werd opgedragen de salarieering van het personeel „in dienst van de gemeente onder de oogen te zien, heeft „blijkens haar rapport van 21 Juli j.l. gemeend, geen wijziging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 655