2 SEPTEMBER 1927
667
„Indien hij, die opgehouden heeft wethouder te zijn, aan
spraak kan maken op vergoeding, dan bedraagt deze voor
„de eerste twee jaren, dat hij daarop volgens art. 2 recht
..kan doen gelden, 3/4 en voor de verdere periode de helft
„van de jaarwedde, die laatstelijk, overeenkomstig art. 94
„le lid der Gemeentewet, is vastgesteld."
Spr. vraagt, of dit voorstel voldoende ondersteund wordt.
Dit niet het geval zijnde, kan het geen onder
werp van behandeling uitmaken.
Artikel 5a wordt daarop conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Artikel 6.
De heer VAN WERKHOOVEN deelt mede, dat hij zijn
op dit artikel ingediend amendement intrekt.
De redactie van dit artikel blijft dus gehandhaafd.
In artikel 7 wordt zonder eenige bedenking de
door Burgemeester en Wethouders voorgestelde
wijziging aangebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten
om art. 8 te doen vervallen.
Artikel 9 en 10.
De heer VAN WERKHOOVEN deelt mede, dat hij zijn
op deze artikelen ingediende amendementen intrekt.
De artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 worden daarop
conform het wijzigingsvoorstel van Burgemeester
en Wethouders vastgesteld.