674
2 SEPTEMBER 1927
zijn gestort. Het komt Spr. dan ook billijk voor, in deze een
wachtgeld toe te kennen.
Daarop wordt in stemming gebracht het voor
stel, om in principe te besluiten tot toekenning
van een wachtgeld, hetwelk wordt aangenomen
met 14 tegen 4 stemmen.
Voorde heeren Kooperberg, Korteweg, H o r-
nix, Crul, Cohen, Me ij vis, Schrauwen, Kroon e,
Bogmans, Moll, Van Werkhooven, Van
Groenendael, Haaiman en Appelboom.
Tegen de heeren Pelster, Van Veen, Elich en
L o o m a n s.
Bij deze stemming waren de heeren Cerutti en Spey-
a r t van W o e r d e n niet tegenwoordig.
De VOORZITTER merkt op, dat nu nog de vraag rest,
welke wachtgeldregeling zal worden toegepast. Spr. zet
daarop de drie verschillende regelingen uiteen een regeling
als voor Rijksbijbetrekkingen, een als geldt voor de onderwij
zers en die, door den heer K r o o n e c.s. voorgesteld.
De heer KROONE verklaart, namens de leden der
Salariscommissie, dat zij hun voorstel intrekken en zich aan
sluiten bij het voorstel van de heeren Korteweg en
Moll, om een wachtgeldregeling, gelijk aan die, welke
geldt voor de onderwijzers, in het leven te roepen.
De VOORZITTER constateert, dat er nu nog slechts
twee voorstellen zijn. Als het eene wordt verworpen, zal het
andere geacht worden te zijn aangenomen.
Alsnu wordt in stemming gebracht het voorstel
van de heeren Korteweg en Moll, om in