694 30 SEPTEMBER 1927
t
De heer GRUIJS wenscht een opmerking van algemeenen 1:
aard over de notulen te maken. Spr. heeft tot zijn verwon- z
dering de notulen van het verhandelde in de vergadering v
van 6 September j.l. niet bij de ter lezing liggende notulen c
aangetroffen niettegenstaande in die vergadering weinig is
verhandeld, zoodat zij nu na drie weken wel gereed hadden t
kunnen zijn. Naar aanleiding van dit feit dringt Spr. er op i
aan, zorg te dragen dat de notulen voortaan in de volgende z
vergadering kunnen worden vastgesteld.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij het met het ver-
langen naar spoedige aflevering der notulen geheel eens is,
maar de toezegging, dat zij voortaan gedrukt en wel in de
volgende vergadering ter vaststelling zullen worden aan- j
geboden, kan niet worden gegevende ondervinding heeft r
geleerd, dat zulks niet altijd mogelijk is. c
De heer PELSTER wil, naar aanleiding van de notulen
van 26 Juli j.l., in overweging geven om voortaan, wanneer p
iemand groote veranderingen in de notulen wil aanbrengen,
deze schriftelijk te doen indienen en de vaststelling der des
betreffende notulen tot de volgende vergadering aan te houden.
Spr. komt hiertoe door het vermelde op pag. 382 en 516
der notulen van het loopend jaar. De heer Van Veen
heeft n. 1. in de vergadering van 26 Juli j.l. voorgesteld, de
notulen van 27 Mei 1927 te wijzigen als op pagina 516 is t
aangegeven. Die tekst verschilt evenwel aanmerkelijk van de
oorspronkelijke, welke op blz. 382 is vermeld. De door den
heer Van Veen voorgestelde wijziging is toen goedgekeurd,
ook Spr. heeft er zich niet tegen verzet aangezien men
de draagwijdte ervan ineens niet kon overzien. Toen Spr.
de gewijzigde tekst onder de oogen kreeg, is hem echter
gebleken, dat die niet overeenkwam met hetgeen de heer
Van Veen werkelijk heeft gezegd en daarbij een beschul
diging inhield aan het adres van den Voorzitter, welke allen
grond mist. Zij is gewoonweg onzinnig. Spr. kon niet mede-
deelen, dat het verslag omtrent de verstandhouding onder
