708
30 SEPTEMBER 1927
Markt allerlei winkels gevestigd en nu vindt hij het ver
schrikkelijk, dat al die zaken gedurende 14 dagen achtereen
zoo goed als niet bereikbaar zijn, doordat schuttingen en
W. C.'s den toegang tot haar deur versperren. Voorts zegt
Spr., dat de Marktbewoners een even zwaren strijd om het
bestaan te voeren hebben als de andere winkeliers. Dat de
gemeente tengevolge van de verlangde plaatsing der kramen
een schadepost van f 1800 zal hebben te boeken, meent
Spr. in twijfel te mogen trekken. Als men de kramen met
het front naar de huizen plaatst, doch niet zooals vroeger
vergunning geeft tot het plaatsen van woonwagens op de
Markt waardoor allerlei ongerechtigheden zullen worden
voorkomen -dan zal de schadepost niet zoo groot zijn en
men krijgt dan aan beide zijden van de kramen een verkeers
weg. Spr. zal op grond daarvan tegen het prae-advies van
Burgemeester en Wethouders stemmen.
De heer VAN DEN BOOM meent uit het betoog van
den heer P e 1 s t e r te mogen opmaken, dat deze het voor
de winkeliers niet zoo erg vindt 14 dagen achtereen achter
de kramen verscholen te zitten, want, redeneert de heer
P e 1 s t e r, de verdiensten van de winkeliers zijn in kermistijd
toch niet zoo groot. Spr. komt daartegen op, want, waarvoor
dienen dan de étalages Om de aandacht op zich te vestigen.
En de gelegenheid daartoe wordt den winkeliers nu juist
door de tegenwoordige plaatsing der kramen ontnomen.
Voorts heeft de heer Pel ster het gehad over de indirecte
voordeelen, welke voor de winkeliers aan het wonen op de
Groote Markt verbonden zijn. De heer Pels ter doelt hier
blijkbaar op de festiviteiten, welke van tijd tot tijd daar
plaats hebben. Deze bestaan evenwel uit concerten en kinder
zanguitvoeringen, welke alleen stadgenooten trekken, die
uiteraard wel weten, welke zaken er aan de Markt gevestigd
zijn. De kermis daarentegen trekt ook buitenmenschen hier
heen zij biedt derhalve de beste gelegenheid om bekendheid
te verwerven. De tegenwoordige plaatsing der kramen