30 SEPTEMBER 1927 709 beteekent voor de winkeliers op de Groote Markt dus wel degelijk 14 dagen van winstderving. De heer ELICH gelooft niet, dat de door hem voorgestane plaatsing der kramen de gemeente zooveel schade zal berok kenen als de heer P e 1 s t e r beweert. De heer VAN BUITENEN merkt op, dat dit prae-advies nog door het vorige College van Burgemeester en Wethouders is samengesteld Spr. heeft er dus niet aan medegewerkt en staat er dientengevolge volkomen vrij tegenover. Gehoord de voor- en tegenstanders meent Spr., dat thans moeilijk is uit te maken, of het nadeel voor de gemeente, voortvloei ende uit een andere plaatsing der kramen, al dan niet groot zal zijn. Spr. zou daarom willen voorstellen het volgende jaar daarmede een proef te nemen dit jaar is niet meer mogelijk, omdat de inschrijving voor de verschillende plaatsen reeds heeft plaats gehad men kan dan zien, hoe die uit valt en daarna een definitieve beslissing nemen. Den VOORZITTER komt het voor, dat het nog beter zou zijn, het volgend jaar een tweeledige inschrijving te houden de Raad kan dan naar aanleiding daarvan uitmaken, hoe de kramen zullen worden geplaatst. De heer ELICH handhaaft zijn voorstel. De VOORZITTER zegt, dat men zich de grootste vrij heid voorbehoudt bij een tweeledige inschrijving. Spr. voor zich geeft daaraan dan ook de voorkeur. Het College neemt echter het voorstel van den heer Van Buitenen over. De heer CERUTTI neemt daarop het denkbeeld van den Voorzitter over en stelt voor, het volgend jaar een tweeledige inschrijving te houden en daaruit een keuze te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 709