30 SEPTEMBER 1927 711 Nederl. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, verzoekende de algemeene politie-verordening aan te vullen met een tweetal artikelen, waarin verboden wordt den verkoop van alcoholhoudende dranken op markten, in tenten, kramen en voor het publiek toegankelijke localiteiten, waarvoor geen vergunning of verlof is verleend, te verbieden, met prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarin wordt voorgesteld voornoemde Vereeniging te berichten, dat, hangende de voorgenomen wijziging der Drankwet, er geen reden is om op het door haar ingediend verzoek in te gaan. De heer RIPPEN is het met adressant eens, dat de ver koop van wijnen e.d. op markten in den laatsten tijd enorm is toegenomen, waardoor het misbruik van alcoholhoudende dranken door de jeugd ten zeerste wordt in de hand gewerkt. Er zit dan ook een kern van waarheid in dit adres. Spr, zou het daarom niet zonder meer ter zijde willen leggen. Daar hij evenwel in het prae-advies heeft gelezen, dat door de •Regeering een wetsontwerp is ingediend, hetwelk deze materie regelt, zou hij willen verzoeken de behandeling van het adres aan te houden totdat men in deze eenige zekerheid heeft. De VOORZITTER meent, dat er niets tegen is om dit adres voor kennisgeving aan te nemenmen kan daaraan verder de conclusie vastknoopen, welke men wil. De heer RIPPEN merkt op, dat, wanneer een stuk voor kennisgeving wordt aangenomen, de algemeen gangbare op vatting is, dat het dan van de baan is. En dit laatste wil Spr. juist voorkomenhij wenscht thans geen principieele beslissing uit te lokken, maar hij zou willen wachten tot men met betrekking tot het bewuste wetsontwerp iets definitiefs weet. De VOORZITTER zegt, dat het dan het beste zal zijn, de Vereeniging in dien zin te antwoorden, dat haar verzoek met welwillendheid is ontvangen, doch dat daarop, hangende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 711