714 30 SEPTEMBER 1927 a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat het te bouwen winkelhuis en magazijnen niet van bestemming veranderen en nimmer ge heel of gedeeltelijk als woning worden ingericht of gebruikt c. dat, ingevolge artikel 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens art, 105 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden; d. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden de verleende ontheffing vervalt. 19. Adres van A. J. Verhagen alhier, daarbij ont heffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening voor den bouw van een benedenwoning en twee bovenwoningen aan de Fellenoordstraat ter plaatse van af te breken onbe woonbaar verklaarde woningen. Bij dit adres zijn overgelegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en van den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde ontheffing niet te verleenen. De heer ESBACH zegt het volgende Om te beginnen moet ik er mijn verwondering over uit spreken, dat een bouwplan, dat om voor-advies geweest is bij het bouw- en woningtoezicht, dat hoog en breed is be sproken met den ambtenaar, die met het bouwtoezicht is belast, dat ten slotte in alle opzichten de goedkeuring van genoemden ambtenaar heeft weggedragen, dat een dergelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 714