30 SEPTEMBER 1927
715
plan 12 weken noodig heeft, voordat de Raad het in be
handeling krijgt. Dit plan is n.l. den 8n Juli al binnenge
komen, dus 12 weken geleden, terwijl art. 114 van de bouw
verordening voorschrijft, dat binnen 6 weken door den Raad
op een verzoekschrift moet worden beslist.
Nu wat het plan zelf betreft.
Het terrein is, met uitzondering van een spie, maar 6 M.
.diep. Volgens art. 15 zou nu over de geheele breedte een
strook van 3.5 M. open moeten blijven, waarop althans
geen hooge bebouwing is toegestaan. Er blijft dan maar
2.5 M. over en dat is voor bebouwing ongeschikt. Een
weigering zou dus tengevolge hebben, dat een stuk grond,
aan de straat gelegen, onbebouwd moest blijven.
De Raad is echter bevoegd afwijking toe te staan o.a.
in bijzondere gevallen, of in geval van dringende nood
zakelijkheid. Waar nu de woningen, die er thans staan reeds
zoo lang onbewoonbaar zijn verklaard, (ze hadden 27 Aug.
1926 ontruimd moeten zijn) zonder dat de tegenwoordige
bewoners ook maar een noodwoning hebben kunnen krijgen,
blijkt er altijd nog woningnood te bestaan, zoodat we hier
zeer zeker een geval van dringende noodzakelijkheid hebben.
Ook hebben wij te doen met een bijzonder geval. Het
perceel is n.l. nabij een hoek gelegen en wordt van achteren
ingesloten door terrein van een bewoner van den Nieuwe
Haagdijk. Nu is het bij gesloten hoekbebouwing, zooals we
die in de binnenstad en in de groote steden kennen, ge
woonlijk uitgesloten om aan het hoekhuis en de aansluitende
woningen voldoende achterterrein te geven, zoodat daar
ontheffing van art. 15 zal moeten worden verleend. Er be
staat dus hier, waar we te doen hebben met een bestaand
geval, waaraan nu eenmaal niets te veranderen is, nog meer
reden toe om de ontheffing te verleenen. Ook is hier het
bijzondere van het geval, dat de woning zoo ondiep is,
zoodat de verlichting geheel vanaf de straat mogelijk is en
verlichting aan den achterkant in den zin van de bouwver
ordening overbodig is.