724 30 SEPTEMBER 1927 b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht c. dat, gelet op art. 65 der bouwverordening sub c, de scheidingswand tusschen voor- en ach terkamer op den beganen grond geheel van glas worde voorzien d. dat de muren aan de binnenplaats wor den gewit e. dat, ingevolge art. 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worden aangeboden f. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden de verleende ontheffing vervalt- 39. Adres van de N. V. Provinciale Grondbriefbank alhier, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouw verordening voor het stichten van een landhuis aan de Burgemeester Verdaasdonkstraat. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressante de gevraagde ontheffing te verleenen onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 724