30 SEPTEMBER 1927
727
De heer ZIJLMANS zou elk raadslid van zoo'n teekening
willen voorzien.
De VOORZITTER zegt overweging toe.
De heer GRU1JS vraagt, of het College bereid is prae-
advies uit te brengen over de wenschelijkheid van uitgifte
van grond in erfpacht. Spr heeft daarop eenige jaren geleden
ook al eens aangedrongen, doch men is sindsdien in die
richting geen stap verder gekomen. Spr. wil te dien opzichte
een beginsel-besluit uitlokken.
De heer PELSTER kan de vraag van den heer Es bach
zoo maar niet beantwoorden. Wat het vraagstuk van de
erfpachtsuitgifte betreft, daaromtrent wachten we nog altijd
op een nota van den heer Haaiman.
De heer HAALMAN U vergist zich Bij de begroo-
tingsdebatten heeft U medegedeeld, dat U dat vraagstuk nog
niet bestudeerd had.
De heer PELSTER Zoo iets heb ik gezegd betreffende
een grondbedrijf, maar nu gaat het over uitgifte in erfpacht.
Als U de notulen nakijkt, zult U zien, dat U een voorstel
of een nota over dat laatste onderwerp hebt aangekondigd.
De heer VAN VEEN vraagt, welke waarborgen de ge
meente heeft, dat er in den Belcrumpolder een uit een
architectonisch oogpunt behoorlijk geheel ontstaat. Er hebben
telkens partieele verkoopingen plaats, doch welke waarborgen
heelt men, dat er goed gebouwd zal worden Men moet
ook rekening houden met de eischen der aesthetica.
De heer PELSTER antwoordt, dat er niet anders gebouwd
mag worden dan op door Burgemeester en Wethouders
goedgekeurde teekeningen. Het verkoopcontract gaat op dit
gebied verder dan de Bouwverordening. Om zulks aan te
toonen haalt Spr. eenige bepalingen uit dat contract aan.