74 24 FEBRUARI 1927. niet door de daarvoor in aanmerking komende personen worden betrokken. De heer MOLL zegt, dat aan het vaststellen van een minimum-huur van f 3,.vastzit het verhoogen der huur als het noodig is. Dit nu wil Spr. voorkomen en hij wil daarom voor die woningen een maximum-huur van f 3,. per week vaststellen, daar de huur dezer woningen vroeger belangrijk lager dan f 3,per week was. De VOORZITTER antwoordt, dat van huurverhooging in het algemeen geen sprake is f 3,per week voor alle woningen dekt de exploitatie nietdaarom moet het mogelijk zijn om meer dan 3,te kunnen vragen aan huurders, die dat kunnen betalen. De heer COHEN schetst het inwendige dezer woningen en vindt, dat zij met f 3,goed betaald zijn. Welgestelden zullen in die poort niet gaan wonen, doch alleen menschen, die de huur maar eventjes kunnen betalen. De heer KROONE vindt de maatstaf om meer te vragen van personen, die het betalen kunnen, niet juist; dan moet men ook de huur van degenen, die dat niet kunnen betalen, verlagen. De heer PELSTER merkt op. dat deze woningen in huur gelijk zijn aan een noodwoning, terwijl ze toch als woning veel beter zijn. De heer COHEN vindt 50 cent huur per week voor een noodwoning nog te duur. De heer VAN WERKHOOVEN merkt op, dat van de 10 woningen, de huur van 4 zal worden verhoogd, hetgeen een meerdere opbrengst beteekent van ongeveer f 100, Is de exploitatie nu van dien aard, dat hierover zooveel verschil van meening is?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 74