752 30 SEPTEMBER 1927 „Mocht een gelijke meening, doch dan gefundeerd, bij „eenig lid van Uw College heerschen, dan zou mij openlijke „mededeeling welkom zijn. Aangezien ik mij overtuigd houd, ,,dat voor zoodanige mededeeling geen aanleiding bestaat, ,,zal uit het ontbreken daarvan de inzender het bewijs kunnen „putten hoe ernstig hij mistastte.'' De VOORZITTER vraagt, of men dit schrijven voor kennisgeving wenscht aan te nemen. De heer COHEN verzoekt den Voorzitter den Raad mededeeling te doen van de gevoerde correspondentie. Door den VOORZITTER wordt aan dit verzoek voldaan. De heer VAN DE VEN wenscht te protesteeren tegen hetgeen in het bewuste ingezonden stuk over de houding van de R.K. Raadsfractie wordt gezegdniets is zoozeer bezijden de waarheid. Niemand der leden eenige bedenking hebbende, wordt bovenvermeld schrijven van den Burge meester overeenkomstig zijn voorstel voor kennis geving aangenomen. De VOORZITTER verdaagt daarop de vergadering tot hedenavond 8 uur. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 752