76 24 FEBRUARI 1927. De heer BOGMANS heeft indertijd gevraagd, om ook nog aan twee andere ambtenaren een zelfde gratificatie toe te kennen. Spr. merkt op, dat dit voorstel daarvan niet gewaagt. Toch hebben de door hem bedoelde ambtenaren in 1926, 309 overuren gemaakt, waaronder veel nachtwerk. Spr. zal voor dit voorstel stemmen, indien ook aan de door hem bedoelde personen een gelijke vergoeding voor overwerk gegeven. De heer HORNIX vraagt voorlezing van het betreffende advies van den directeur der lichtbedrijven en van de Gas- commissie. De heer VAN WERKHOOVEN sluit zich aan bij den heer B o g m a n s. Het overwerk van bedoelde ambtenaren is een gevolg van den achterstand in werk van voorgangers. Spr. vraagt, of het waar is, dat de directeur de twee opzichters voor een extra-vergoeding heeft voorgedragen, doch dat het College geen termen voor toekenning eener gratificatie aanwezig achtte. De heer SPEYART VAN WOERDEN acht dit voor stel niet juist en zal zijn stem daaraan dan ook niet geven. In eiken werkkring moet overgewerkt worden. Waar is de grens en waar de noodzakelijkheid Met het toekennen van gratificatiën is men begonnen, doch het is zaak hieraan zoo spoedig mogelijk een einde te maken. Anders krijgt men een sneeuwbal, welke steeds grooter wordt. Bovendien kan het verrichten van overwerk den ambtenaren ook op andere wijze ten goede komen. Voor hun toekomst toch kan zulks goed zijn. Zij hebben immers daardoor de gelegenheid te toonen, dat zij bekwaam zijn voor hun taak. Ook moet een belooning gelegen zijn in de overtuiging nuttig werk te hebben verricht. Voor het verkrijgen van goede getuig schriften of van hooger bezoldigde betrekkingen kan dit evenmin schaden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 76