768
30 SEPTEMBER 1927
en verscheidene kolenhandelaren in den omtrek zijn hierdoor
gedupeerd.
Waar de Tramsingel en de Nijverheidssingel van ouds
industrie-centra geweest zijn, meen ik dat de betrokkenen
het volste recht hebben, dat ervoor wordt gezorgd, dat zij
hun bedrijf ongestoord en zonder zeer bezwarende onkosten
kunnen voortzetten.
De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak zal worden
nagegaan.
2. De heer ESBACH Ik heb gehoord, dat men voornemens
is om aan de Oude Baan een bestrating te leggen van oude
keien, die elders in de stad worden opgebroken. Nu bestaat
er tegen het gebruik van oude straatkeien geen bezwaar,
maar ik zou willen verzoeken, die keien vóör het verwerken
eerst te laten vlakken. Dit brengt weliswaar eenige kosten
mee (die zullen ongeveer beloopen f4.— per 100), maar dan
heeft men ook een straat, die aan redelijke eisc'aen voldoet,
terwijl, als die ronde keien zoo maar zonder meer worden
verlegd, men den indruk wekt, alsof die buurt maar wordt
opgeknapt met oude, afgekeurde rommel van elders.
De VOORZITTER verklaart, dat er hem van een be
strating van de Oude Baan met oude keien niets bekend is.
Spr. vraagt den heer E s b a c h, van wie(n) hij zijn inlich
tingen heeft bekomen.
De heer ESBACHVan de bewoners van die straat.
De VOORZITTER zegt, dat men niet direct op de
inlichtingen van bewoners moet ingaan.
3. De heer GRUIJS heeft als nieuw raadslid een reglement
van orde voor den Raad in zijn bezit gekregen en bemerkt,
dat dit nog steeds niet gewijzigd is. Spr. dringt op herziening
van dit absoluut verouderd reglement aan. Vervolgens zegt