770 30 SEPTEMBER 1927 5. De heer MEIJVIS deelt mede, dat sedert de vast stelling van de huren der gemeente-woningen aan de Vesting straat, de huurders dier woningen op hooge kosten zijn gejaagd doordat zij eerst f 10 extra huishuur hebben moeten storten en daarna nog waarborgsommen voor licht- en water verbruik. Velen hebben dientengevolge de huur moeten op zeggen. Spr. verzoekt alsnog maatregelen te treffen, opdat het armen menschen niet onmogelijk wordt gemaakt deze woningen te huren. De heer PELSTER meent, dat de door den heer M e ij v i s bedoelde waarborgsommen voor huurbetaling in gedeelten kunnen worden gestort. De heer MEIJVIS ontkent zulks. 6, De heer VAN VEEN heeft zooeven vernomen, dat de heer G r u ij s een reglement van orde voor den Gemeente raad heeft gekregenSpr. zou daarvan ook gaarne een exemplaar ontvangen. Voorts verzoekt Spr. ieder raadslid in het bezit te stellen van een lijst van alle vigeerende veror deningen, opdat elk raadslid wete welke verordeningen nog van kracht zijn. Spr. heeft er indertijd op aangedrongen, bestek en teeke- ningen van de nieuwe Haagbrug aan den Raad ter goedkeuring over te leggen. Dit is echter niet gebeurd. In verband hier mede vraagt Spr. bij welk besluit de Raad afstand van dat recht heeft gedaan. Als men zoo doorgaat en den Raad buiten dergelijke belangrijke kwesties houdt ontaard dit col lege in een stemmachine. Vervolgens zegt Spr. vernomen te hebben, dat al eenige maanden geleden een bewoonster van het Stationsplein een adres tot den Raad heeft gericht over de afwatering van dat plein. Spr. vraagt, waarom dat adres door Burgemeester en Wethouders zoo lang wordt achtergehouden. De VOORZITTER deelt ter inlichting van de nieuwe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 770