774 25 OCTOBER 1927 Voorzitterde heer Mr. Dr W. G. A. VAN SONS- BEECK, burgemeester. Secretarisde heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 24 Augustus j. 1. overeenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage van de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer VAN VEEN geeft in overweging, de vaststelling dezer notulen aan te houden tot een volgende vergadering. De VOORZITTER zegt, dat de notulen van 24 Augus tus j.l. reeds in de vorige vergadering op verzoek van den heer Van Veen zijn aangehouden. Zonder verdere bedenking worden voormelde notulen onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. De heer RIPPEN vraagt, of er niet een adres is ingeko men van R o e 1 o f f aan de Groote Markt. Naar hem is verzekerd, zou dit adres reeds op 12 October 1.1. zijn inge zonden. Spr. had dus verwacht, dat de Raad in deze ver gadering er kennis van zou hebben gekregen. De VOORZITTER kan zich niet herinneren, of een adres van dezen persoon is ingekomen, doch wanneer het ingeko men is, wordt het op de gewone wijze aan de orde gesteld. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver hooging van het crediet voor verbetering en uitbreiding der waterleidingsinrichtingen, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 774