25 OCTOBER 1927 781 Bouwonderneming „Albouw" te Breda voor de som van f 59455. Daartoe wordt besloten. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan eener overeenkomst met de Rijkspostspaarbank, be treffende verlaging van het rentepercentage van de in 1925 met die instelling aangegane geldleening, luidende als volgt: „Ter uitvoering van het besluit van Uwe raad d.d. 29 „September 1925, goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde „Staten d.d. 7 October 1925, werd met de Rijkspostspaarbank „te Amsterdam eene geldleening a pari aangegaan tot een „bedrag van f 1775000.en tegen eene rente van 5°/0. „Ingevolge de nadien plaats gehad hebbende daling der „rentestand hebben wij pogingen in het werk gesteld, om „tot een verlaging van genoemd percentage te geraken. Deze „pogingen werden met succes bekroond, doordat de Rijks postspaarbank, zich bereid verklaarde vanaf 1 Januari 1928 „genoegen te zullen nemen met eene rente van 4 5/8 °/0, met „handhaving van de overige bepalingen der gesloten over eenkomst van geldleening. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U „voor te stellen, te besluiten ons te machtigen tot het aangaan „eener overeenkomst met de Rijkspostspaarbank tot verlaging „van genoemd rentepercentage van 5 tot 4 5/8. „Het ontwerp der overeenkomst gaat hierbij". Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten, 3. Herstemming over het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de aanvrage van A. J. Verhagen om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, waarover

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 781