7 NOVEMBER 1927 795 De heer VAN DE VEN heeft met leedwezen vernomen, dat men een commissie van onderzoek wil instellen. Spr. is er van overtuigd, dat dit niets zal uitwerkenimmers, de of Directeur zal in geval hij schuldig is geen inlichtingen verstrekken en de commissie zou dus niets te weten komen. Spr zou niet gaarne in zoo'n commissie zitting hebben. Hij is het dan ook met den Voorzitter eens, dat men de zaak beter aan de Justitie kan overlaten. De heer KROONE stelt voorop, dat er geen reden bestaat tot eenige verdenking, maar Spr. zou toch naar aanleiding van het debat willen vragenKan er niet iets gebeuren Want, welke zekerheid heeft men, dat het onderzoek te Utrecht zich ook over Breda zal uitstrekken Zou de ge meente de zaak niet zelf in handen van de Justitie kunnen geven ten einde een onderzoek in te stellen Het resultaat daarvan moet voor den Directeur toch bevredigend zijn. Voor het instellen van een commissie van onderzoek voelt Spr. niet veel. De heer VAN WERKHOOVEN kan het bezwaar van den heer Van de Ven, tegen het instellen van een com missie van onderzoek, n.l. dat de Directeur geen inlichtingen zal verstrekken, niet onderschrijvenin andere gemeenten heeft een dergelijke commissie toch ook de onregelmatigheden aan het licht gebracht. De heer ZIJLMANS koestert geen enkele verdenking tegen den Directeur, maar hij vindt het van groot belang, dat duidelijk blijkt, dat hier dergelijke onregelmatigheden als waarop het adres doelt, niet hebben plaats gehad. Als oud lid van de Gascommissie wijst Spr. er op, dat het contact tusschen deze commissie en de directie der Gasfabriek in de laatste jaren zoo goed als verdwenen is. Vroeger kreeg de Gascommissie alle rekeningen en maandstaten ter inzage, doch men heeft met die goede gewoonte langzamerhand ge broken, iets wat Spr. altijd enorm gespeten heeft. Spr. voelt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 795