812
7 NOVEMBER 1927
den Belcrumpolder bij wijze van werkverschaffing maakt nog
een punt van overweging uit. Heidegrond koopen en ont
ginnen, rioolbuizen leggen, betonsteenen maken, dat alles is
onder de oogen gezien, maar het laatste wordt uit ervaring
niet juist geacht daartoe over te gaan. Ook de ophooging
van de terreinen langs den Wilhelminasingel lokt als werk
verschaffing niet aan. Men zal dit werk moeten aanbesteden
en een bepaling in de bestekken maken om een zeker aantal
Bredasche arbeiders te werk te stellen.
De heer VAN BUITENEN zegt, dat, als men zich op
het standpunt stelt, dat alleen keienkloppen werkverschaffing
is, dit werk niet in de termen valt. Spr. kan dat standpun
echter niet deelen en meent, dat daaronder ook ander werk
kan vallen. Voorts zegt Spr dat dit onderwerp zich dankbaar
leent om een schepje erop te doen. Stelden Burgemeester
en Wethouders voor f 3,dan kon men f 3,50 er van
trachten te maken. Een grondloon van f 2,50 per dag vindt
Spr. echter behoorlijk voor dit werk. Het gemiddelde loon
zal hooger zijn. Er zal door hem met den bijstand van de
Commissie toezicht op het accoordloon worden gehouden.
Spr. acht geen reden aanwezig om het voorstel-Meijvis over
te nemen. Bij de werkverschaffing in 1922 heeft men blijkens
de notulen geparasiteerd op het garantie-loon, dat toen iets
lager was dan nu wordt voorgesteld. Spr meent daarom, dat
het niet wenschelijk is het garantie-loon hooger te stellen dan
nu voorgesteld wordt.
De VOORZITTER verzoekt den heer Me ij vis zijn
schepje erop voor betere doeleinden te willen bewaren.
De heer MEIJVISHet is geen schepje erop in den on-
gunstigen zin als Burgemeester en Wethouders bedoelen. Het
garantieloon is inderdaad te laag, zoo laag als hier te lande
in geen enkele regeling van dien aard voorkomt.
De heer VAN BUITENEN Dan moeten die regelingen