814
7 NOVEMBER 1927
voorman-opzichter in overleg met de Commissie van advies
hem practisch onmogelijk voorkomt. Spr. zet dit nader uiteen.
De heer MEIJVIS trekt daarop dit amendement in.
De VOORZITTER vreest, dat het voorstel van den heer
M e ij v i s om voor het niet-werken op de daarvoor in aan
merking komende feestdagen een vergoeding uit te betalen, gelijk
staande met een dagloon, berekend naar het gemiddelde van
hetgeen in de voorafgaande 6 werkdagen is verdiend, moei
lijkheden zal geven.
Hem dunkt, dat men kan volstaan met een dag garantie
loon uit te betalen.
De heer VAN BUITENEN acht het verschil niet van
groote beteekenis.
De heer MEIJVIS licht zijn amendement toe.
De heer RIPPEN zegt, dat men hierbij in het oog moet
houden, dat de arbeiders dan buiten hun schuld niet kunnen
werken. Het is dan ook niet meer dan billijk, dat zij over
die dagen niet minder ontvangen dan zij anders verdienen
dit is trouwens de consequentie van het voorstel van het
College zelf.
De VOORZITTER merkt op, dat men in het particuliere
bedrijf over feestdagen over het algemeen geen loon uitbetaald.
De heer GRUIJS Jawel.
De VOORZITTERDe consequentie zal dan zijn, dat
men ook bij ziekte en slecht weer deze berekening zal moe
ten toepassen.
De heer VAN BUITENEN vindt de voorgestelde rege
ling als zij alleen voor feestdagen geldt, niet zoo bezwaar
lijk, maar wanneer zij ook bij ziekte en slecht weer moet