7 NOVEMBER 1927
823
alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet-
om de gevraagde uitzondering toe te staan.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt besloten, adressante de gevraagde
ontheffing te verleenen onder de volgende voor
waarden
a. dat geen verandering worde gebracht in de
grenzen van het perceel
b dat de bijgebouwen, staande op het Noord
westelijk gedeelte van het terrein binnen een
jaar worden afgebroken
c. dat aan de open ruimte van de naburige
woning Tramsingel No. 39 en 39a zooveel
wordt toegevoegd, dat die woning voldoet aan
voorschriften van art. 15 der bouwverordening
d. dat op de overblijvende en open komende
ruimte niets worde gebouwd of opgericht
e. dat de gebouwen niet van bestemming ver
anderen en nimmer geheel of gedeeltelijk als
woning worden ingericht of gebruikt
f. dat, ingevolge artikel 5 der woningwet, de
vereischte teekeningen ingericht volgens artikel
105 der bouwverordening aan Burgemeester en
Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden;
g. dat, wanneer binnen zes maanden na de
dagteekening van dit besluit van de verleende
ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht
wordt niet te zijn verleend
en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan een
dezer voorwaarden, de verleende afwijking en
en ontheffing vervalt,