7 NOVEMBER 1927 835 voren alle factoren bepalen, zooals bezoek, inleggelden enz. Er is inderdaad eenigszins misgetast, zoodat men pl.m. f 500 boven het gevoteerde bedrag is uitgegaan, doch dit is met een goede bedoeling geschiedt. Zooals gezegd, kan men bij de voorbereiding, waarvoor hier een woord van dank aan de Veemarktcommissie en den Directeur der Veemarkt past, niet alles vooruitzien en op een goudschaaltje wegen. Zoo zijn er enkele posten tegengevallende entréegelden, niet slecht, hadden hooger kunnen zijn maar zulks is natuurlijk op den tentoonstellingsdag zelf eerst gebleken. De tentoon stelling is een succes geweest en de gemeente heeft daarvan indirect voordeel, want de veemarkt heeft dientengevolge meerdere bekendheid verkregen. Men moet goed bedenken „De cost gaet voor de baet uit". Door het voorstel van den heer Speyart van Woerden aan te nemen zou men geen recht doen. De heer SPEYART VAN WOERDEN constateert, dat de Voorzitter niet geantwoord heeft op zijn opmerking, dat men hier te doen heeft met een garantie en niet met een crediet. En toch bestaat daartusschen een groot onderscheid immers, men behoort zijn begrooting sluitend te maken zonder rekening te houden met een garantie. Dit nu is niet alleen niet gebeurd, maar men is zelfs nog verder gegaan en heeft de garantie met f 544,29 overschreden. Nu is zooiets altijd wel te verdedigen met een beroep op goede bedoelingen, ijver enz., maar op die manier komt de beschikbaarstelling van een garantie practisch neer op het verleenen van een blanco crediet. Het is nu eenmaal een feit, dat er roekeloos met de gelden is omgesprongen. Het kan onaangenaam zijn daarvoor verantwoordelijk te worden gesteld, doch er moet nu maar eens een eind komen aan die voortdurende over schrijdingen. De VOORZITTER zegt, dat er absoluut niet roekeloos met de gelden is omgesprongende uitgaven zijn wel degelijk overwogen en er is een accountantsverslag van de besteding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 835