84
24 FEBRUARI 1927.
is), zou men toch kunnen en mogen verwachten, dat ze door
haar houding blijk geeft geheel te zijn doordrongen van hare
Roomsch-Katholieke gemeente-politiek. Bezien we echter de
achter ons liggende periode, dan krijgt men een eenigszins
anderen indruk. We zien dan namenlijk geen positief Ka
tholieke handelingen, doch veeleer een streven, althans bij
de meerderheid, om de gewone burgerlijke sleur te volgen
en vooral, zich angstvallig te verzetten (vaak met niet zeer
hoog staande middelen) tegen alle maatregelen van eenigs
zins vooruitstrevenden aard. En hierbij denk ik aan ons
gebrekkig armwezen, de werkloozenzorg, de volksgezondheid,
het openbaar voorbereidend lager onderwijs enz.
Als een andere snaar op dit instrument mag ook de hou
ding van het College worden aangemerkt, in zake hare
waardeering van den Raad,
Dat een deel van den Raad door haar zwijgen in alle
talen en haar alleen blijk-van-leven geven door het tegen
stemmen van veel, wat door anderen als nuttig en nood
zakelijk wordt beschouwd, dat dit deel van den Raad
door hare houding zelve oorzaak is van die weinige waar
deering, is een waarheid, die vaak genoeg aan het licht
komt en op zich zelve weer een bewijs is van het ontbreken
van elke vaste politieke lijn bij de R. K. meerderheid.
Die weinige waardeering voor het inzicht van den Raad
is in de laatste dagen weer opnieuw en duidelijk aan het
licht gekomen.
Helaas moet ik zeggen „als naar gewoonte", kwam onze
begrooting, in vergelijking met andere plaatsen, weer veel
te laat, wat de oorzaken hiervan waren We weten het
niet. En Burgemeester en Wethouders vonden het, zoo het
schijnt, ook niet noodig, den Raad die oorzaken te noemen.
Doch, de begrooting kwam en werd in de afdeelingen be
handeld. En toen kwam er plotseling haast. De rapporteurs
der afdeelingen moesten zoo spoedig mogelijk met hun rap
port gereed zijn. Het Centraal Rapport werd samengesteld
en wel met zoo n haast, dat het ontwerp niet eens vooraf